Sophie de Schaepdrijver is een Belgische historica wier werk zich verdiept in de complexiteit van migratie, het stadsleven in de 19e eeuw, nationalisme en cultuur. Ze onderzoekt de ingewikkelde verbanden tussen maatschappelijke verschuivingen en culturele fenomenen, waarbij ze vaak parallellen trekt tussen Europese en Amerikaanse historische ontwikkelingen. Haar wetenschap biedt inzichtelijke perspectieven op de vorming van nationale identiteiten en de brede impact van culturele transformaties. Door middel van haar geschriften biedt ze lezers een genuanceerd begrip van historische ontwikkelingen.
Mary Thorp, an English governess working for a Belgian-Russian family in German-occupied Brussels, kept a secret war diary from September 1916 to January 1919. This long-forgotten diary sheds light on an important aspect of the First World War: civilian life under military occupation in a transnational conflict.
Op 4 augustus 1914 viel het grootste invasieleger tot dan toe ooit gemobiliseerd, een klein en weinig oorlogsbereid buurland binnen. En zo begon voor België de Groote Oorlog. Een oorlog die leek op die van andere landen en toch ook weer niet. Belgiës Eerste Wereldoorlog verliep op twee fronten: in de modder van de IJzer en in het bezette land. Loopgraven én bezetting, gifgas én dwangarbeid, of twee oorlogen in één: '14-'18 was voor België, wellicht meer nog dan voor andere landen in Europa, de erfzonde van de twintigste eeuw.