Hans Kooijman Boeken

Een safarigids en de dochter van de man die hij begeleidt komen in grote moeilijkheden als ze gevangen worden door de generaal van een rebelleneenheid in Mozambique.

Door zijn dochtertje te ontvoeren dwingen enkele misdadigers een psychiater ertoe om informatie van één van zijn patiënten los te krijgen.

Door toeval komt een Amerikaanse arts de moordenaar van zijn vader op het spoor via wie hij een sinistere internationale groep ontdekt.

Vier jonge vrouwen worden plotseling uit de veilige beschutting van een Spaans klooster verdreven en komen terecht in een vijandige wereld. Tegen hun wil raken ze betrokken bij de wrede strijd die het Spaanse leger voert tegen de Baskische verzetsstrijders onder leiding van de charismatische Jaime Miró. Mega is het weeskind dat er alles voor over heeft om de identiteit van haar ouders te achterhalen. Ze vecht tegen de overweldigende aantrekkingskracht van Jaime. Lucia, de vurige Siciliaanse schoonheid, heeft twee moorden op haar geweten en wordt door de politie gezocht. De trouwe verzetsstrijder Rubio zet zijn leven voor haar op het spel, maar weet tegelijkertijd dat hij haar nooit zal kunnen bezitten. De beeldschone, haast engelachtige Graciela wordt verteerd door een verschrikkelijk geheim uit haar verleden. Teresa is degene wier schuldbesef een gevaar is voor de anderen.

Een intrigerend spoor en een sensationeel verhaal. Dat ruikt de Britse historicus Fluke Kelso wanneer hij van een voormalig KGB-man bijzonderheden te horen krijgt over een tot dusver onbekend dagboek van Stalin. Wanneer zijn informant korte tijd later op beestachtige wijze wordt vermoord, weet Kelso dat hij niet de enige is die achter het document aanzit. Hoe kon het bestaan ervan tientallen jaren geheim blijven ? Waar ligt het boek verborgen ? En, het belangrijkste: wat staat erin ? Het spoor leidt Kelso, met in zijn kielzog een op nieuws beluste Amerikaanse journalist, naar het barre Noorden. Daar wacht hen een bizar welkom en een onvoorstelbare grande finale.

Een Engelse zeebonk trekt rond 1700 met drie van zijn zoons naar Afrika om in opdracht van de Engelse Oost-Indische Compagnie een zeerover te vernietigen op de Indische Oceaan.

Rosso is hoofdinspecteur van politie. Het onderzoeken van moordzaken is zijn vak; de kreperende stad zijn werkterrein. Sarajevo is verworden tot een stad waar niemand zich nog erg druk maakt om een moord meer of minder, en waar artsen zich liever bezighouden met het redden van gewonden, dan het verrichten van een lijkschouwing. Elektriciteit en water ontbreken meestal, zodat geen gebruik kan worden gemaakt van de moderne forensische technieken. Onder deze omstandigheden wordt Rosso geconfronteerd met de moord op een vrouw. Haar lijk ligt in een flatgebouw dat voornamelijk door Serviers wordt bewoond en daarom door de moslims het Apenhuis wordt genoemd. Rosso's verbeten zoektocht naar de dader ontwikkelt zich tot meer dan een beroepsmatige erezaak. Het wordt een missie om de stad waarvan hij houdt te redden, om nog iets van moreel besef op te houden en niet helemaal dol te draaien. Geholpen danwel tegengewerkt door de aan oorlog verslaafde Amerikaanse correspondent Flett, de intrigerend

Een jonge bankier zet zijn loopbaan op het spel om de moord op zijn vader te onderzoeken.