Lydia Rood Volgorde van de boeken

Yessin zit klem tussen twee werelden. Thuis, waar zijn ouders willen dat hij een goede Cito-toets maakt, zodat hij naar het vwo kan. En school, waar Ali de koning van de klas is en alle jongens doen wat hij zegt. In zijn hart wil Yessin niet meedoen met Aliâ s streken: Sara pesten en voetbalplaatjes stelen uit de supermarkt. Maar als hij niet meedoet, hoort hij er niet bij. Ali weet het zo te spelen dat Yessin telkens de aanstichter lijkt. Dan raakt Yessin ongewild betrokken bij een fout plan van Aliâ s en zijn broers. Een plan dat veel verder gaat dan gestolen voetbalplaatjes. Yessin heeft het gevoel dat hij geen kant op kan. Heeft dan niemand in de gaten hoe het werkelijk zit, en wie hij diep vanbinnen is? Of toch wel?

In de Roversbaai gaat een poenig zeiljacht voor anker, met acht rijke pubers aan boord. Ze hebben dure spullen die op Drakeneiland verboden zijn, zoals computerspelletjes, telefoons en vliegschermen. Stiekem benijdt Jeroen de indringers om al die spullen. Gelukkig heeft hij, de Koddebeier, de taak de indringers weg te sturen. Drakeneiland is van de Drakeneilanders! Maar de pubers lachen om hem. Ze veroveren het eiland zelfs. Het liefst jaagt Jeroen de indringers met grof geweld de zee in, al is dat tegen de Wetten van Drakeneiland. Hoe krijg je die stinkers anders weg?

In Het boek Job probeert Lydia Rood door te dringen in de wereld van haar autistische broer. Ze beschrijft zijn ontwikkeling van kind tot volwassene, zoals beleefd door hemzelf, zijn moeder, zijn vader, zijn broers en zussen en de mensen die beroepshalve met hem te maken hebben. In gesprekken met Lydia doet Job een wanhopige poging te beschrijven hoe het is om autistisch te zijn.