Joachim Neugroschel was een bejubeld vertaler die zich aan de werken van ongeveer tweehonderd boeken waagde. Zijn vertalingen omvatten de baanbrekende werken van auteurs als Franz Kafka, Marcel Proust en Thomas Mann. Hij werd geëerd met drie PEN-vertaalprijzen en de French-American Foundation Translation Prize voor zijn bijdragen. Zijn uitgebreide vertaalwerk maakte belangrijke Europese literaire stemmen toegankelijk voor een breder publiek.
As a young man in German-occupied France, Pierre Seel appeared on a list of accused homosexuals and was sent to an interment camp. He managed to survive the war, spending most of it as cannon fodder on the Russian front. Available for the first time in English, this account of Seel's experiences provides an invaluable contribution to the literature of the Holocaust.
Bataille's first novel, published under the pseudonym 'Lord Auch', is still his most notorious work. In this explicit pornographic fantasy, the young male narrator and his lovers Simone and Marcelle embark on a sexual quest involving sadism, torture, orgies, madness and defilement, culminating in a final act of transgression. Shocking and sacrilegious, Story of the Eye is the fullest expression of Bataille's obsession with the closeness of sex, violence and death. Yet it is also hallucinogenic in its power, and is one of the erotic classics of the twentieth century. This edition also includes Susan Sontag's superb study of pornography as art, 'The Pornographic Imagination', as well as Roland Barthes' essay 'The Metaphor of the Eye'.Georges Bataille (1897-1962), French essayist and novelist, was born in Billom, France. He converted to Catholicism, then later to Marxism, and was interested in psychoanalysis and mysticism, forming a secret society dedicated to glorifying human sacrifice. Leading a simple life as the curator of a municipal library, Bataille was involved on the fringes of Surrealism, founding the Surrealist magazine Documents in 1929, and editing the literary review Critique from 1946 until his death. Among his other works are the novels Blue of Noon (1957) and My Mother (1966), and the essays Eroticism (1957) and Literature and Evil (1957).
Wenen, een negentiende-eeuwse woonwijk in verval. 'Een geliede buurt wat moorden betreft', maar verder keurig. Na een mislukte solistencarrière pianolerares geworden woont Erika Kohut hier in een verstikte symbiose met haar moeder. Op weg naar huis bezoekt ze peepshows, 's nachts bespiedt ze hoeren bij hun werk. Ze blijft er schijnbaar gevoelloos onder. Dan verschijnt alter Klemmer ten tonele en is het afgelopen met Erika's rust. Na de eerste onhandige seksuele verkenningen in een bezemkast neemt Erika de regie in handen. Ze schrijft Klemmer een brief waarin ze hem precies vertelt hoe hij haar moet vernederen. Hij beantwoordt haar gevoelens met banaal geweld en laat haar op de vloer van haar kamer achter. In haar scherpe beelden beschrijft Elfriede Jelinek een beschadigd leven, waarvan het meest schrikwekkende misschien de herkenbaarheid is.