Peter Buwalda is een Nederlandse auteur wiens debuutroman een prachtige ontvangst kreeg en een bestseller werd. Eerder werkte hij als journalist en redacteur, waarbij hij verhalen en essays bijdroeg aan gerespecteerde literaire tijdschriften. Zijn kenmerkende stijl en thematische diepgang hebben wijdklank gevonden, wat blijkt uit de internationale verkoop van vertaalrechten. Buwalda creëert boeiende verhalen die lezers intrigeren met zijn unieke stem en inzichtelijke verkenning van de menselijke conditie.
Joni Sigerius, de dochter van de rector magnificus van de Twentse universiteit, drijft samen met haar vriend Aaron een handeltje dat ze maar liever voor haar krachtige en briljante vader verborgen houdt. Het is in het jaar van de vuurwerkramp dat ook in het gezin de boel explodeert. Niet alleen lopen Joni en Aaron tegen de lamp, die zomer komt ook de enige en echte zoon van Sigerius vrij uit de Scheveningse gevangenis. Acht jaar later pas – Joni verdient inmiddels miljoenen in Los Angeles – verneemt Aaron wat er zich in 2000 werkelijk heeft afgespeeld.
„Umwerfend. Peter Buwaldas Genialität ist ganz und gar einmalig.“ The Times
„Mit dem, was Psychiater für ein stattliches Honorar Vatersuche nennen, hat es nichts zu tun“ – so beginnt dieser Roman, und tatsächlich: Ludwig Smit, Stiefbruder eines genialen, aber wunderlichen Klavier- und Beethoven-Virtuosen, dessen Vater Otmar auch ihn großgezogen hat, sucht seinen leiblichen Vater nicht. Aber als der junge Shell-Angestellte, zuständig für die umstrittene Vermessung von Erdölfeldern per Dynamit, auf die sibirische Insel Sachalin reist, um dort den Geschäftsführer der Firma Sakhalin Energy zu treffen, kommt ihm der Verdacht, dass dieser Johan Tromp sein Vater ist, der ihn schon im Stich gelassen hat, als er noch gar nicht geboren war. Völlig unverhofft, nämlich in einem Schneesturm, begegnet er in diesem fernen Winkel Russlands einer früheren Mitbewohnerin wieder, der Journalistin Isabelle Orthel, die, wie sich herausstellt, mit Tromp vor Jahren in Nigeria eine Affäre hatte und nun den Plan verfolgt, diverses Dunkle ans Licht zu zerren. Bislang kam Tromp – Hedonist, Alpha-Mann, Kronprinz von Shell – immer einfach so davon.
Nach seinem fulminanten Roman „Bonita Avenue“, von der „ZEIT“ als „große europäische Kunst“ gefeiert, schreibt Peter Buwalda nun also weiter an seinem stilistisch meisterhaften literarischen Universum – mit nicht weniger als einer Trilogie, deren erster Teil „Otmars Söhne“ ist. Wieder geht es um Familie und die Bruchstücke davon, um abwesende Väter und Stiefväter, um Identität und Verantwortung, um persönliche Versäumnisse, Sexualität und Schuld – das unübersichtlich gewordene Leben in heutiger Zeit.
