Deze serie duikt in de ontwikkeling van toegepaste taalkunde binnen de Chineessprekende wereld, en adresseert een onderzoekslandschap dat zich vaak richt op sprekers van Indo-Europese talen. Elk deel behandelt verschillende kwesties, waarbij methodologische en theoretische discussies worden gebalanceerd met empirisch onderzoek. Het doel is een aanzienlijke leemte in de literatuur te vullen, met inzichten in taalkundige fenomenen binnen deze specifieke context. De collectie is essentieel voor academici en studenten die geïnteresseerd zijn in toegepaste taalkunde buiten het traditionele westerse kader.
Focusing on the downward entailing hypothesis, this book presents a compelling argument that it serves as the sole licensor for various Chinese polarity items. It critiques the role of non-veridicality, asserting that it lacks both necessity and sufficiency in explaining these linguistic phenomena, ultimately demonstrating that downward entailment provides a more robust framework for understanding Chinese polarity items.
This book investigates the acquisition of English transitivity alternation by Chinese English learners. It suggests that the acquisition of English transitivity alternation follows as a consequence of the cognitive processing of language input, which is induced by the nature of task requirements in different learning conditions and influenced by individual differences in language learning aptitude and proficiency level.