Hella S. Haasse (1918) en Willem Nijholt (1934) werden beiden geboren op Java en brachten hun kindertijd door in Nederlands-Indië. Hella vertrok in 1938 naar Nederland om te studeren, Willem maakte als kleine jongen in Indië de oorlog mee. Hij belandde in een Japans interneringskamp en kwam pas in december 1945 vrij. Hun leven lang delen zij de liefde voor hun geboorteland met elkaar. In 2004 begon Willem Nijholt zijn herinneringen op te schrijven. Hij schrijft over het paradijselijke Indië en zijn aangrijpende kampervaringen, over zijn liefde voor het toneel en het omgaan met een ernstige ziekte. In de meeslepende verhalen die hij Hella S. Haasse vertelt, bewondert hij en maakt hij zich boos – beide met bonzend hart. 'Uit Willem Nijholts brieven blijkt zijn plezier in het onder woorden brengen van alles wat hem bezighoudt. Ze vormen in de eerste plaats een spontaan en onbevangen opgeschreven zelfportret.' Hella S. Haasse
Hella Serafia Haasse Volgorde van de boeken
Hella S. Haasse was een auteur die zich diepgaand bezighield met het verkennen van thema's als geschiedenis en identiteit. Haar werk duikt vaak in de complexe wisselwerking tussen culturen en generaties, gekenmerkt door een rijke prozastijl en diep psychologisch inzicht. Haasse verweefde meesterlijk verleden en heden, en creëerde verhalen die resoneren met universele menselijke ervaringen. Haar verteltalent en scherpe observaties van de menselijke conditie vestigen haar als een belangrijke stem in de literatuur.







- 2011
- 2002
Als een journalist een kunsthistorica ondervraagt over een jeugdvriendin, komen allerlei herinneringen aan haar jeugd in Nederlands-Indië boven.
- 2000
Fenrir
- 163bladzijden
- 6 uur lezen
- 1994
Heel haar aardse bezit zat samengeperst in een klein model rugzak. Ze had juist haar gezicht gewassen en haar tanden gepoetst in de wc op het eerste perron. In de nissen, gevormd door de muur van het hoofdgebouw en de uitspringende metalen ribben van de overkapping zaten en lagen een paar, meest jonge reizigers te wachten op vroege, internationale treinen. Ook zij had geld noch onderdak. Ze was niet meer op reis, maar evenmin thuisgekomen. Ze woonde nergens.
- 1992
'Oeroeg was mijn vriend.' Zo begint het beroemde prozadebuut van Hella S. Haasse, dat in 1948 als Boekenweekgeschenk verschijnt en dat in de loop der jaren in elf talen wordt vertaald. Het is het aangrijpende verhaal van de vriendschap tussen een Indonesische jongen en de zoon van een Nederlandse administrateur in het Nederlands-Indië van voor de Tweede Wereldoorlog. Geleidelijk groeien de twee jongens uit elkaar. Wanneer de ikfiguur, de Nederlandse jongen, na een studie in Delft terugkeert in het Indië dat nog net geen Indonesië is geworden, blijkt hun verwijdering te zijn uitgegroeid tot een kloof. Oeroeg heeft gekozen: voor zijn eigen volk en tegen de Nederlanders, dus ook tegen zijn vriend. Vertwijfeld vraagt die zich af of hij voorgoed een vreemde zal zijn in het land van zijn geboorte.
- 1992
Een Nederlandse theeplanter isoleert zich aan het eind van de negentiende eeuw steeds verder op zijn afgelegen theeplantage op Java.
- 1989








